In het kort: Trendrede 2016

Gisteren, op 12 januari 2016, werd in Pakhuis de Zwijger voorgelezen uit de nieuwe Trendrede. Hieronder een korte samenvatting van punten die ik interessant vond binnen de drie thema’s die hierin worden uitgelicht. De ‘redenaren‘ die hun bijdrage geleverd hebben aan deze Trendrede zijn: Tom Kniesmeijer, Christine Boland, Tony Bosma, Hilde Roothart, Marie-Lou Witmer, Farid Tabarki, Caroline van Beekhoff, Brian Kragtwijk, Richard Lamb, Marcel Bullinga, Goos Eilander, Norbert Mirani en Carl Rohde. Voor volledige informatie raad ik je aan de complete Trendrede te lezen.

1. Een maatschappij in verzet
De tijd waarin we leven is een tijd waarin vergeten wordt wat onze collectieve waarden zijn en deze lijken niet te worden nagestreefd. Zoals onze koning aangaf in zijn kersttoespraak: “Veel mensen in Nederland maken zich zorgen over de toekomst en vragen zich af hoe we onze eigen manier van leven kunnen beschermen in een wereld waarvoor we ons niet kunnen afsluiten.” Hiermee geeft hij aan dat de bevolking chaos, onveiligheid en onzekerheid voelt en leiders lijken het antwoord hierop niet te weten.

Een samenloze leving
Onze eigen leefwereld is in tegenstrijd met de systeemwereld. Er worden veel vijandigheden geconstateerd tussen individuen en ‘de vertegenwoordigers van het systeem’ zoals politieagenten, docenten en artsen. We hebben geleerd om een individu te zijn en willen niet worden gecontroleerd of gemonitord. De overheid spreekt over een participatiesamenleving, maar daarentegen komen de beslissingen vanuit het beleid over als een terugtrekkende beweging.

Waardenwending
Doordat men niet meer wil leven in onoverzichtelijke processen creëren we om ons heen een groep waarop we blind vertrouwen. Dit zorgt voor enige grip op een wereld waarbij ‘de dingen die vandaag waar zijn, de onwaarheden van morgen zijn’.

Eigen richting, eigenrichting
De burger van deze tijd is beter opgeleid, maar voelt vaak dat er niet naar hem/haar geluisterd wordt of wordt begrepen. Hierdoor creëren sommigen hun eigen protest waarmee zij hun frustraties uiten en laten de overheid links liggen. Ze koppelen zich los van bestaande structuren en gaan in verzet tegen opgelegde compromis. Burgers beginnen los van de overheid hun eigen projecten en nemen hun verantwoordelijkheid voor dat wat zij belangrijk vinden.

Ik ben de bouwsteen
Op deze manier neemt de kracht van de overheid af en legt het individu de verbindingen als ‘nieuwe bouwsteen van de samenleving’. Zij bepalen zelf van welk project zij onderdeel willen uitmaken. Hierbij is men wel afhankelijk van samenwerking en dient men antwoord te geven op vragen als: “wat is jouw betekenis, in welke context plaats je die en waaraan wil je bouwen?” Doordat de wil naar verandering zo groot is groeit het aantal creatieve samenwerkingsverbanden hard en vormen samen met andere individuen het nieuwe fundament van de samenleving.

2. De zoektocht naar grip
Doordat er grote behoefte is aan basisvertrouwen en vastigheid zoeken we naar ijkpunten om de persoonlijke grip te vergroten.

Lichaamsgrip
Dit uit zich onder andere in je eigen lichaam in goede conditie willen houden. Initiatieven als yoga zijn bijna een standaard geworden en diverse literatuur leert ons hoe we om moeten gaan met ons lichaam, hoe kunstmatige producten vervangen kunnen worden, hoe ingrediënten hieraan een positieve bijdrage kunnen leveren etc. Fastfood wordt omgetoverd tot een authentieke presentatie en er vindt een verschuiving plaats richting biologische producten. Lichaam en geest in balans houden is het doel, dit bevordert het persoonlijk functioneren.

Betekenisverlangen
Gedurende een dag verandert het individu meerdere malen van betekenis, waarbij hij/zij verschillende eigenschappen toont. Zo woont men niet alleen in een eengezinswoning, maar wordt hierin een hotel gerund of wordt een buurtbewoner door gebruik te maken van een buurtapp omgetoverd tot veiligheidsconsulent. Men bepaalt zelf wanneer welk gedrag wordt getoond en kiest hiervoor het meest geschikte moment uit. Door de drang naar betekenisverlangen doet men wat hij/zij nodig vindt en stelt een persoonlijke bijdrage centraal. Deze bijdrage zorgt voor betekenis en de betekenis weer voor grip.

Welzijnsgrip
De huidige economie groeit harder dan alle cijfers ons doen geloven. Dit komt doordat er een grote toename is onder kleine transacties tussen verschillende individuen, deze worden niet gemeten. Neem bijvoorbeeld De Deeleconomie, waar zo’n één miljoen mensen onderdeel van uitmaken. Waar besteden zij hun uitgespaarde geld aan? Door te kopen bij verkopers die we vertrouwen worden we als consument weer controleur over de productieketen. En daarnaast schuiven we graag tegen betaling aan bij de eettafel van een stadsgenoot. Het minderen van uitgaven betekent niet direct dat men slechter af is.

3. Bouwgesprek voor een samenleving
Ons verbindend vermogen wordt her-ontwikkeld door op zoek te gaan naar fundamenten voor het gezamenlijke. We willen ‘constructie’ (samenvoegingen) en ‘context’ (samenhang).

Comfortzone? Welke comfortzone?
Onze comfortzone voelt niet langer comfortabel. Organisaties worden geacht hun comfortzone te verlaten om vooruitgang te kunnen boeken. Er worden ruimtes gecreëerd voor innovatieve geesten. Veel gemeentes durven te experimenteren regelvrije zones waarbij dingen die voorheen niet mochten worden getransformeerd naar zaken die ‘kunnen’, experimenteren met vertrouwen.

Het bouwgesprek
We experimenteren binnen de vrije ruimte die we te benutten hebben en onze benadering gaat uit naar het uitwisselen van gedachten en het gezamenlijk bouwen. Doordat niemand het antwoord zeker weet op vragen die voor ons liggen, voeren we zelfonderzoek uit om dichterbij een (gedeeld) antwoord te komen. Door een flexibele houding binnen de samenleving aan te houden, houden we grip op de kern.

Plaats een reactie